Ana (16) schrijft zelf:
“Ik vind school op zich wel leuk en ik vind het altijd gezellig met mijn klasgenoten. Maar ik ervaar heel veel druk door het schoolsysteem en er wordt veel van je geëist.
We gaan van les naar les en tussendoor hebben we ‘’pauzes’’. Dan zit de kantine altijd propvol waardoor ik daar liever niet wil zitten. Er is weinig licht en er zijn bijna geen andere zitplekken. Uiteindelijk beland je dan op een gang op de grond.
Als je even naar buiten wilt, moet je ontzettend veel moeite doen. Na de pauze weer honderden trappen op waar ook heel veel andere leerlingen lopen en je moet je best doen om niet tegen anderen aan te botsen. Soms moet je de trap op rennen met nog half een broodje in je mond, omdat je anders alweer te laat komt voor de volgende les.
Letterlijk en figuurlijk is er weinig ruimte. Eigenlijk worden we met z’n allen in een soort hok geduwd waar we moeten doen wat er wordt gezegd.
In de lessen kan ik soms veel druk ervaren en ben dan bang dat ik een beurt krijg. Ik voel me dan gestrest of ik wel het goede antwoord weet en wil het eigenlijk altijd goed hebben.
Bij sommige docenten durf ik geen fouten te maken, omdat ik die ruimte niet voel bij hen. Ik zie dan aan hun gezichten dat ze niet weten hoe ze ermee om moeten gaan, als een leerling niet het goede antwoord weet.

Ik vind het ook moeilijk als ik een paar dagen heb gemist en docenten of leerlingen vragen daar naar. Ik kan het moeilijk accepteren van mezelf dat ik er vaak niet ben, dus dan praat ik er liever ook niet over met anderen. Dat geeft me dan een slecht gevoel over mezelf.
Ik zou me zelfverzekerd willen voelen tijdens de lessen op school en dat ik me wat meer durf uit te spreken. En ik zou alles wat minder perfect willen doen. Ik zou willen dat ik mezelf zou accepteren, ook als ik niet alles perfect doe of 100% af heb. En dat ik daar zowel door mezelf als door de docenten niet op afgerekend word.
Als ik mijn ideale school zou mogen beschrijven dan zou ik iedere dag veel willen sporten en bewegen! Ik zou heel veel zin hebben om naar school te gaan als er veel aandacht besteed zou worden aan persoonlijke ontwikkeling.
Zodat je jezelf en elkaar kan leren kennen. Ik zou willen dat iedereen zijn eigen vakkenpakket kon samenstellen van dingen die je echt interesseren.
Op school zou iedereen al zijn huiswerk al maken, zodat je dit niet later nog thuis moet doen. De schooldagen zouden korter zijn en woensdag voor iedereen een vrije dag.
Verder vind ik het heel belangrijk dat alle kinderen leren hoeveel je waard bent als persoon, niet dat je alleen maar moet presteren. Dat je van jongs af aan mag weten dat je waarde hebt, waardoor je voor jezelf durft op te komen en dat je jezelf niet naar beneden laat halen door andere mensen. Dan hoef je niet onzeker te zijn en dan hoef je je niet anders te gedragen dan wie je eigenlijk bent. Je hoeft geen schild te op te zetten want dan weet je wat je waard bent.

Elkaar leren respecteren zodat iedereen zichzelf kan blijven. Iedereen is dan gelijk en niemand hoeft meer onzeker te zijn. Een veilige plek zodat kinderen zichzelf durven open te stellen.
De docenten moeten er aan bijdragen dat de leerlingen zich goed kunnen voelen over zichzelf. De nadruk leggen op wat je goed doet en niet op wat je fout doet. Er zijn wel klassen maar deze worden meer gevormd door gezamenlijke interesses waardoor je ook nog van elkaar kan leren.
Ik zou graag willen dat mensen begrijpen dat kinderen liefde nodig hebben. Je jeugd is een heel belangrijk stuk van je leven en dat moet goed worden aangepakt. Ik denk dat dat nu helemaal fout gaat door de hoge druk die kinderen wordt opgelegd. Dat kinderen ruimte nodig hebben om hun eigen keuzes te maken.
Mijn droom: dat iedereen respect voor elkaar heeft en dat ik anderen kan helpen en dat ik het schoolsysteem kan veranderen.
Het hele schoolsysteem zou anders moeten. Kinderen verdienen vrijheid om hun eigen pad te kiezen. Ik wil zelf kunnen kiezen hoe ik mijn leven wil leiden i.p.v. dat ik alleen maar de regels volg die anderen voor mij hebben opgesteld. Als iedereen alleen maar doet wat anderen bedacht hadden, dan zou de wereld de saaiste plek ooit zijn.
Er moet ruimte zijn voor iets wat je zelf wil in je leven. Iedereen heeft zijn eigen droom maar dat blijft alleen maar een droom als je doet wat anderen zeggen. Die droom wordt dan geen werkelijkheid omdat je niet voor jezelf durft op te staan. Mensen kiezen dan alleen maar voor zekerheid en durven nooit uit deze wereld te stappen (met alle regeltjes) om hun droom werkelijkheid te maken.
Als je voelt dat je iets heel erg leuk vindt, volg dat gevoel want dan komt het sowieso goed!

Evelien, de moeder van Ana schrijft:
“Al van jongs af aan merkten we dat Ana heel sensitief was en dat alles sterk bij haar binnenkwam. Ze kon goed onder woorden brengen wat ze van binnen voelde en ook wat ze bij anderen zag en voelde. Om al deze intense gevoelens en indrukken na een schooldag te kunnen verwerken was rust en tijd nodig. Daarnaast hielp bewegen haar ook heel erg, het liefste voetballen op het schoolplein of lekker buiten spelen.
Op 10-jarige leeftijd bedacht Ana dat er een school opgericht zou moeten worden voor kinderen zoals zij, die gevoeliger zijn, sneller moe of overprikkeld. Een veilige omgeving waar ze in rust en zonder druk zouden kunnen leren en waar ze zichzelf niet hoeven te bewijzen. Ze overdacht het schoolsysteem vaak hardop en had een hoop gedachten over hoe dingen anders zouden moeten.
Ze was altijd al gevoelig voor de druk die in de onderstroom voelbaar was, de eisen die er op school gesteld werden en de beoordelingen over haar prestaties of fysieke aanwezigheid. Door haar hoogsensitiviteit was ze snel overprikkeld en regelmatig ziek. Ze kon niet om deze lichamelijke signalen heen, maar was dan keer op keer teleurgesteld in haar eigen onvermogen om net als de andere kinderen alles te kunnen doen en vol te houden. In groep 8 kreeg ze een VWO-advies, maar gaf haar juf van toen al aan ‘dat ze dit alleen maar kon halen als ze niet zo vaak ziek was’. Een soort spagaat dus.
Vanaf dat Ana naar de middelbare school ging, veranderde er veel. Waar ze op de basisschool nog kon uitrusten na school of in de pauzes buiten kon spelen, was dit nu allemaal ineens heel anders. In plaats van samen voetballen of spelen op het plein ging de aandacht steeds meer naar social media en verbinden via het scherm.
Ze voelde zich niet prettig in een overvolle klas met 30 leerlingen, was soms angstig voor beurten en voelde de druk om te moeten presteren en goede cijfers te halen. Ze zocht hoe ze aan de ene kant trouw kon blijven aan zichzelf en haar eigen grenzen kon respecteren en tevens kon voldoen aan alle geldende normen, regels en sociale omgangsvormen. Overvol en overprikkeld werd zij gedurende de wintermaanden vaak ziek en liep letterlijk leeg op alle druk.

In de jaren die volgden heeft Ana echt alles uit de kast getrokken om zich staande te houden in de klas en in het hele schoolsysteem. Ze legde de lat heel hoog voor zichzelf. Omdat ze niet anders wilde zijn of op wilde vallen, maar juist ‘net als alle anderen’, groeide haar perfectionisme. Het werd steeds meer alles of niets. Of 100 % inzet en naar school of weer een terugval van ziek en oververmoeid zijn, waarin ze het gevoel had dat ze het toch niet kon. Het werd een weg van veel vallen en opstaan. Tot ze besloot dat dit voor haar echt niet meer ging werken. Ze voelde geen vertrouwen meer dat zij in dit systeem kon passen en we zijn nu op zoek naar een nieuwe vorm van onderwijs die beter aansluit bij wie Ana is en waar ze zich bij kan ontspannen.
Wat ik als ouder merk is dat het huidige schoolsysteem zo opgebouwd is, dan hoog sensitieve kinderen zoals Ana hier snel door overprikkeld raken. En juist deze jongeren voelen haarfijn aan wat er van ze verwacht wordt en zijn vaak ook erg perfectionistisch. Ze willen alles juist heel goed doen en dit kost hen vaak extra veel tijd. Ze gaan niet voor het halve werk. Maar ondanks al hun inspanningen krijgen zij het werk eigenlijk nooit helemaal af en hebben ze daardoor constant het gevoel van falen. Het is simpelweg teveel. Door de overvolle schooldagen (met na school vaak ook nog sport, sociale activiteiten en huiswerk) zie ik dat er veel te weinig tijd overblijft om alle prikkels nog te kunnen verwerken.
Wat ik graag anders zou zien in de toekomst is dat scholen meer ruimte gaan geven aan de totale ontwikkeling van jongeren. Op zowel het cognitieve als zeker ook op het emotionele en mentale vlak. Elke jongere ontwikkelt zich op zijn of haar eigen tempo, met een eigen ritme. Het zou geweldig zijn als jongeren meer de eigen regie mogen hebben over hun leerproces en er ruimte geboden wordt dat zij van binnenuit mogen voelen waar ze heen willen gaan en niet dat dit van buitenaf aan hen opgelegd wordt. Ik denk ook dat het een enorme waardevolle aanvulling kan zijn, als het onderwijs zich ook richt op het ‘mens zijn’ en er meer aandacht wordt gegeven aan persoonlijke groei en omgang met elkaar. Dat een klas als groep meer leert samen te zijn vanuit veiligheid en er daardoor meer verbinding voelbaar is.
In mijn ogen klopt het niet dat jongeren zoals Ana, die graag naar school willen en veel talenten hebben, thuis komen te zitten. Dat er vanuit het onderwijs geen passend antwoord is voor deze groep hooggevoelige jongeren. De klassen zijn in mijn ogen veel te groot, de werkdruk te hoog en er wordt vooral gemeten welke scores een kind behaalt en minder gekeken naar welke behoeften het kind zelf heeft in zijn/haar ontwikkeling. En als je tijdelijk niet meekomt of uitvalt, is het gat wat er valt vaak al snel te groot om dat nog te kunnen inhalen of overbruggen. Tijd voor een pauze is er eigenlijk niet, het is een doordenderende trein die niet kan stoppen.
Het raakt mij als ouder om mijn dochter zo te zien worstelen. Haar jarenlang enorm hebben zien strijden en haar best doen om maar mee te komen. Het is verdrietig om te zien dat ze lange tijd gedacht heeft dat zij het zelf niet kon, dat er iets mis was met haar en dat ze dacht dat zij niet voldeed. Zolang dit systeem zo door blijft gaan, zullen we een maatschappij houden waarin kinderen wordt geleerd dat het prima is om over hun grenzen te moeten gaan, dat ze vooral niet naar zichzelf mogen luisteren en zich moeten aanpassen aan wat er van hen verwacht en gevraagd wordt.
Ik ben ongelofelijk trots op de manier waarop Ana haar eigen weg probeert te zoeken. Dat ze zichzelf vragen stelt en onderzoekt waarom dingen zijn zoals ze zijn. En dat er ook verandering mogelijk is, wanneer je dicht bij jezelf blijft en daarvoor gaat staan!”