Juno (11) schrijft zelf:
“Ik wil nu eigenlijk niet meer denken aan hoe ik me op de basisschool voelde. Ik zit nu op het VO en het gaat nu wel beter.
Tot en met groep 3 zat ik veel alleen. De andere kinderen en ik begrepen elkaar niet. Ik was vaak boos, want dan hadden we een spel bedacht met regels en dan hield niemand zich eraan. Ook haatte ik het schoolwerk, vooral als ik letters moest leren met de letterfee. Een week lang de i leren, terwijl ik al kon lezen en schrijven. Zo saai. Ik haatte alles aan school. Het was er druk en ik kreeg er veel stress van.

Na groep 3 mocht ik door naar groep 5 en kreeg daar twee goede vrienden, dat hielp erg. Toch was het af en toe moeilijk omdat ik me nog steeds vaak verveelde en stress kreeg van de drukte in de klas. Ik zit nu in de brugklas en heb nu vrienden en meer te doen, waardoor het leuker is. Wiskunde is interessant en Latijn ook. En techniek en alle beeldende vakken.
Ik vind school zonde van mijn tijd. Ik zou het liefste elke dag iets maken of ontwerpen. Muziek maken of sporten. Toch werk ik hard voor school, omdat ik later een goede baan wil hebben, want dat is nodig om te leven. Maar zonder school zou ik nu een fijner leven hebben. Dat vind ik een dilemma. Als de wereld nou een beetje mooier zou zijn, dan was er geen geld nodig. Dan hielpen we elkaar en zorgden we dat iedereen kon wonen en eten. Dan was het ook geen wedstrijd om geld te verdienen en hoefde ik überhaupt niet naar school. Lijkt me ideaal.”

Ouders:
“Juno was vanaf het allereerste moment een heel alert kind. Snel in alles, en vooral ook intens in hoe ze dingen beleeft. Alles wat ze doet, doet ze met volledige overgave. Ze is muzikaal, creatief en beweeglijk en denkt over alles diep na. Dat levert vaak prachtige creaties op, maar ook vaak veel frustratie en daardoor soms onbegrip van de omgeving. Ze is heel zorgzaam en wil het eigenlijk graag iedereen naar de zin maken, maar overweegt daarbij zoveel verschillende mogelijkheden dat ze zelf in de stress schiet, wat dan door anderen negatief geïnterpreteerd wordt. Nu ze ouder is, heeft zij (en wij als ouders) dat beter door, maar toen ze klein was, leidde haar intense denken en voelen vaak tot paniekaanvallen waarin je geen contact met haar kon krijgen. Een schooldag vroeg zoveel van haar, dat ze thuis standaard over de toeren raakte. Dat was zowel voor haar als voor de rest van het gezin niet gemakkelijk.

Pas in de lockdown door corona (9 jaar) kregen we echt door hoeveel naar school gaan van haar vraagt: de eerste dagen moest ze wennen aan de nieuwe situatie, maar al gauw verdwenen al problemen als sneeuw voor de zon. Ze besloot dat schoolwerk wel af kon op maandag, deed dat dan ook geheel zelfstandig en besteedde de rest van de week aan de dingen die ze echt leuk vindt: bakken, sporten, tekenen, programmeren en klussen.
Er zijn meerdere momenten geweest waarop het leek alsof ze uit zou gaan vallen in het onderwijs. Maar gelukkig hebben we heel erg geboft met fijne leerkrachten die zoveel ze konden, probeerden aan te sluiten bij Juno’s behoeften en haar veel autonomie gaven. Dat heeft haar door de basisschool heengesleept. Nu zit ze op een school met veel creatieve vakken en veel aandacht voor het individu en heeft ze fijne vrienden. Iemand zei ooit: de tijd helpt. En dat is ook zo. School zal nooit haar favoriete tijdverdrijf worden en levert nog steeds vaak stress op, maar we zien wel een gelukkiger kind.”