Hannah

Hannah (15) schrijft zelf:

“Ik vind het lastig dat de docenten doen alsof hun vak het beste en meest/enige belangrijke is. Dat er niet genoeg verdieping wordt geboden en doorvragen wordt weggewuifd omdat daar geen ruimte voor is en andere klasgenoten dat vaak niet begrijpen en/of irritant vinden. De aansluiting met klasgenoten mist vaak en dat maakt samenwerken onwijs lastig, wat je dan eigenlijk weer niet mag zeggen want dat is sneu en niet te bevatten.

Ik loop er vooral tegenaan dat de essentie waarom ik iets moet doen, mist. Allerlei domme en standaard lesstof, boeken en procedures, maar vooral dat er niet naar de kern van het probleem wordt gekeken, maar je hooguit de meest simpele, niet helpende, ‘oplossing’ aangeboden krijgt. Ik denk daarbij altijd aan dat ze de doden takken van de boom afzagen, in plaats van de wortels van de boom water geven.

Het voelt nutteloos en ik voel me dan leeg en afgeleid. Ik heb het gevoel dat dat niet mag en/omdat ik dan een slechte leerling ben. Wanneer ik een keuze maak die goed is voor mij, mijn behoeften en toekomst, word ik egoïst genoemd op school, omdat ik niet met de mentoren/coaches heb overlegd.

En dat komt dan vaak omdat zij niet begrijpen (en vaak ook niet luisteren) naar of waarom ik iets nodig heb (waaronder dingen die ik voor mezelf doe naast school, omdat ik daar blij van word en zodat het goed gaat met me en ook als dat ten koste gaat van school). Zij vinden dat school op de eerste plaats moet staan. Ik vind ontwikkeling, creatieve vrijheid en mentale gezondheid.

Ik had voor mezelf extra lessen geregeld van het vak waar ik moeite mee heb, omdat mijn mentor daar steeds maar niks mee doet en vindt dat ik meer mijn best moet doen. Toen noemde ze mij ‘een egoïste kleuter’. Ik zei dat zij als biologie docent moet weten dat dat pubergedrag is, want, als zij niet helpt, regel ik het zelf (althans, dat probeer(de) ik dus).

Ik wil me vrij voelen. Ik zou willen dat ze me helpen met mijn planning op school en met alles ernaast, en dat ze echt kijken naar wat ik nodig heb, in plaats van wat ik moet doen volgens hun regels.

Mijn ideale school is sowieso met talentontwikkeling, communicatie, omgang en gedrag (een soort nlp) als vakken. De belangrijkste dingen worden op school namelijk vergeten.

Op korte termijn is het mijn droom om mensen te inspireren, helpen en ontroeren met mijn boek(en), theatershow die ik aan het maken ben, muziek en dat ik hen kan helpen en trainen. Ik wil iets creëren dat doorleeft en vernieuwend is.

Er moet meer aandacht besteed worden aan de kwaliteiten die een leerling heeft, in plaats van het cijfer van dat ene schoolvak die niet goed gaat met een punt willen verhogen (koste wat het kost). En dat het niet helpt om een slim iemand met een minder slim iemand te laten samenwerken. Daaruit komt alleen onbegrip en frustratie uit voort.

Zet dan op zijn minst mensen bij elkaar die elkaar kunnen aanvullen, raakvlakken en dezelfde interesses hebben. En ook dat er gekeken moet worden naar hoe oud iemand is en wat diegene nodig heeft, en niet hoe lang iemands lichaam op de wereld is.

School leerde mij dat ik liever alleen ben dan met mensen die ik moet overtuigen dat ik niet raar ben, maar gewoon een andere normaal heb. Het voordeel daarvan, zag ik laatst in, is dat, ik niet lijd onder groepsdruk of bang ben om buiten gesloten te worden en daardoor makkelijker aan mezelf kan werken: ik ben toch wel anders en ik begin er langzaamaan trots op de worden, hoeveel verdriet het me ook brengt. Het kan allebei tegelijk.”

Pauline, de moeder van Hannah schrijft:

“Ik zie mezelf nog staan: aardappels schillend in de keuken. Hannah (3,5 jaar oud) komt binnen met een popje op haar arm. ‘Mama, twee keer één zou nul zijn, als de nul een één was’, zegt ze en loopt weg om haar popje toe te dekken.
In mijn hoofd loop ik na wat ze zegt: ‘Als de één een nul is, is twee keer nul… nul.’

Mijn wenkbrauwen vliegen omhoog, ik voel me verbaasd, verwonderd, trots…  en eerlijk gezegd ook bang en bezorgd. Want: ‘wat moet ik met dit kind?’ vraag ik mij af.

Hannah is serieus, denkt veel na, kan op vierjarige leeftijd al tot 1000 tellen en maakt in een razend tempo vijf puzzels tegelijk, met alle stukjes door elkaar heen in een grote bak.

Op school heeft Hannah het moeilijk. Dat begint al op de peuterspeelzaal. Ze heeft hele andere interesses dan haar leeftijdsgenootjes en blinkt uit, zonder haar best te doen. Wat vaak resulteert in jaloezie en onbegrip.

Hannah’s broer is zes jaar ouder en heeft ADHD, ASS en een laag IQ, waardoor hij veel extra zorg nodig heeft, op onverwachte momenten. Die zorg kan niet uitgesteld worden. Mijn man en ik doen ongelofelijk ons best om alle ballen in de lucht te houden, maar zien met lede ogen aan dat vooral Hannah veel tijd en aandacht tekort komt.

Als ze vijf jaar is zegt ze: ‘Ik lijk wel een engel. Ik zweef hier rond en niemand ziet mij.’

Op een dag moeten mijn man en ik op school komen. De juf legt uit dat Hannah heeft gezegd dat zij volgende maand zeven wordt. En wij moeten Hannah terechtwijzen, omdat het een leugen is.
Maar dat zijn wij niet zomaar van plan! Wij zijn juist ontzettend benieuwd WAAROM Hannah dat zegt! Want zij weet dondersgoed dat ze zes wordt.

We ontdekken dat Hannah zelf weet dat ze haar leeftijdsgenoten ver vooruit is en dat ze hen daar niet mee wil kwetsen. Dus als zij een jaar ouder is, dan klopt het weer. We hebben zó met haar te doen; zó jong en dan al zó nadenken en wéten dat je er níet bij hoort.

Op haar zevende krijgt zij de diagnose hoogbegaafdheid. Voor haarzelf een opluchting, want ze zegt (met een diepe zucht): ‘Oh gelukkig, nu weten jullie het ook.’

Ondanks het grote leeftijdsverschil haalt Hannah haar broer al op jonge leeftijd, op alle fronten in. Wat voor hem vaak pijnlijk is en voor veel onderlinge spanningen zorgt. Hannah is allergisch voor alle hulpverleners die bij ons thuis komen en op school is het al niet veel beter.

Wat docenten tegen haar zeggen… Werkelijk vreselijk en gewoon midden in de klas, met iedereen erbij: ‘Hoezo snap je dat niet? Jij bent toch zo hoogbegaafd?!’ of ‘Nee, jij mag het antwoord niet zeggen, want jij weet het al en de andere kinderen niet.’ En: ‘Ga jij maar op de gang zitten, dan leg ik dit uit aan de andere kinderen.’

Jarenlang loopt ze rond met haar ziel onder haar arm, wacht ze de hele dag totdat ze eindelijk naar huis mag om te doen wat zijzelf graag wil en leren. Ze is altijd alleen, wordt gepest en uitgemaakt voor arrogante betweter.

Op het VWO ontdekt de wiskundedocent dat Hannahs antwoorden vaak goed zijn, maar dat de methodes die zij gebruikt zelfverzonnen zijn. En omdat je én een punt krijgt voor de juiste methode én voor het juiste antwoord, kan Hannah geen voldoende halen.

Omdat zij nooit geleerd heeft, weet ze niet wanneer ze het weet en wanneer ze kan stoppen met leren. Ze weet eigenlijk niet eens wat leren ís. Begrijpend lezen is een crime. Ze weet niet wat hoofd- en bijzaken zijn, want zij vindt alles belangrijk. En met vijf talen in haar pakket heeft ze dus een groot probleem.

In groep 8, VWO 1  en VWO 2 gaat ze maanden niet naar school. Ze kan het niet meer opbrengen. Corona is voor haar geweldig en ze leeft helemaal op. Ze leest tientallen boeken over zelfontwikkeling, NLP en begint met de verwerking van haar verdriet door alles op te schrijven.

Dit resulteert afgelopen november in een autobiografisch boek: “Het Hoogbegaafde Zusje in een Autistische Familie’ wat hard op weg is om een bestseller te worden.

In oktober 2022 (in VWO 5) loopt Hannah opnieuw vast op school. De druppel is een kwetsende uitspraak van haar nieuwe mentor. Sindsdien is Hannah thuis. Is dat erg? Nee. Het is juist goed.

Wij zien een prachtig meisje. Opgelucht met hernieuwde levenslust.

Vorige week rondde ze met veel succes haar NLP practitioner opleiding af en met haar tweede boek is ze bijna op de helft. ‘Mam, ik wil NLP coach worden en boeken schrijven. Daar hoef ik niet voor naar school.’ 

Dat klopt, schat.”